Zindelijkheidstraining baby en welke hulpmiddelen je kunt gebruiken

Zindelijkheidstraining is een grote stap in de ontwikkeling van je kind. Maar het roept ook veel vragen op: Wanneer begin je? Hoe pak je het aan? Wat heb je nodig? In deze blog Leggen we uit welke opties er zijn en tips en welke hulpmiddelen die je kunt gebruiken. Zo weet jij precies hoe je het proces ontspannen en succesvol kunt begeleiden. 

Wanneer en hoe begin je met zindelijkheidstraining?

Er is geen magisch moment waarop een kind “klaar” is om zindelijk te worden. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Meestal begint het proces tussen 18 en 36 maanden. Let op de volgende signalen dat je kind er mogelijk aan toe is:

  • Je kind blijft langere tijd droog (2+ uur)
  • Je merkt dat je kind het aangeeft als de luier nat of vies is
  • Interesse in het toilet of potje (bijvoorbeeld jou nadoen)
  • Je kind wil liever geen luier meer dragen

Begin rustig:
Start met het introduceren van het potje op een speelse manier. Laat je kind eraan wennen, zonder druk. Begin bijvoorbeeld met het potje in de badkamer te zetten en je kind erop te laten zitten voor of na het bad, volledig aangekleed. Zo wordt het vanzelf vertrouwd.

Welke opties heb je tijdens zindelijkheidstraining?

Er zijn verschillende hulpmiddelen en methodes die je kunt gebruiken, afhankelijk van wat bij jou en je kind past:

Potje

Het potje is een klassieker. Veel ouders starten hiermee omdat het laag bij de grond staat en makkelijk toegankelijk is voor kleine kinderen. Er zijn eenvoudige potjes, maar ook varianten met muziek, deksel, of zelfs modellen die lijken op een écht toilet.

Voordeel: Je kunt het overal neerzetten en het kind kan het zelfstandig gebruiken.

Verkleinbril en opstapje

Als je liever meteen het gewone toilet gebruikt, dan is een verkleinbril handig. Deze plaats je op de wc, zodat je kind niet in het gat zakt. Combineer dit met een opstapje zodat je kind veilig op de wc kan gaan zitten.

Voordeel: Je kind leert meteen de ‘echte’ manier van naar het toilet gaan.

Trainingsbroekjes

Trainingsbroekjes lijken op gewoon ondergoed, maar hebben een absorberende laag. Ideaal voor de overgang van luier naar onderbroek. Ze helpen je kind zich bewust te worden van nat worden, wat bijdraagt aan het leerproces.

Keuze uit:

  • Wegwerp trainingsbroekjes
  • Wasbare, herbruikbare trainingsbroekjes van katoen

Zindelijkheidsboeken of beloningssystemen

Met boekjes, liedjes, stickers of een beloningskaart wordt zindelijkheidstraining leuker. Je kind wordt gestimuleerd door positieve feedback en ziet zelf de vooruitgang.

Tips om goed van start te gaan

Een succesvolle zindelijkheidstraining begint met voorbereiding, rust en herhaling. Hier zijn een paar belangrijke basisprincipes:

Start op een moment zonder stress

Plan de eerste pogingen tijdens een rustige periode, bijvoorbeeld niet tijdens een verhuizing of vakantie. Routine en rust geven je kind veiligheid.

Laat je kind meedoen

Betrek je kind bij de voorbereiding. Laat hem of haar zelf het potje of de onderbroek uitkiezen. Dit geeft een gevoel van controle en maakt het leuker.

Oefen regelmatig, maar zonder dwang

Zet je kind op vaste momenten op het potje, bijvoorbeeld na het eten of voor het slapen. Wordt het niks? Geen probleem blijf geduldig en probeer het later opnieuw.

Reageer positief

Complimenteer als het lukt, ook al is het maar een klein succes. Negatief reageren op ongelukjes kan averechts werken en zorgt voor schaamte of angst.

Hulpmiddelen die zindelijkheidstraining makkelijker maken

Zindelijk worden is niet alleen een kwestie van potjes en onderbroeken. Er zijn talloze slimme, praktische en kindvriendelijke hulpmiddelen die de overgang van luier naar toilet veel soepeler laten verlopen. Deze extra’s zorgen voor structuur, motivatie en minder ongelukjes. Hieronder vind je de belangrijkste categorieën op een rij, met uitleg en voorbeelden.

1. Zindelijkheidsklok of plaswekker

Sommige kinderen vergeten in hun spel dat ze naar het toilet moeten. Een zindelijkheidsklok of plaswekker helpt hierbij. Je kunt een wekkertje zetten dat bijvoorbeeld elk uur een vrolijk muziekje laat horen het signaal voor je kind om naar het potje te gaan proberen. Er zijn ook apps met herinneringen of zelfs horloges speciaal voor peuters.

Waarom handig:

  • Creëert een vaste structuur en routine
  • Voorkomt ‘vergeten’ plaspogingen
  • Maakt het speels en voorspelbaar

2. Waterdichte matjes & bedbescherming

Als je kind overdag zindelijk is, komt er een moment waarop je ook ’s nachts gaat oefenen. Dan zijn waterdichte matjes, matrasbeschermers of incontinentiehoeslakens enorm handig. Deze leg je over of onder het gewone hoeslaken zodat je bij een ongelukje niet het hele bed hoeft te verschonen.

Waarom handig:

  • Bespaart veel was en gedoe
  • Geeft ouders en kind rust tijdens nachtelijke training
  • Ook bruikbaar op de bank, kinderwagen of autostoel

3. Opvouwbaar reispotje

Onderweg of op vakantie? Dan is een draagbaar potje onmisbaar. Reispotjes zijn compact, licht en vaak opvouwbaar. Sommige modellen hebben wegwerpzakjes met absorberend materiaal zodat je ze direct kunt weggooien. Er zijn ook 2-in-1 potjes die zowel als vrijstaand potje én wc-verkleiner gebruikt kunnen worden.

Waarom handig:

  • Geen stress onderweg of bij bezoekjes
  • Je hoeft niet altijd een schoon toilet te zoeken
  • Ideaal voor vakanties, uitjes of logeerpartijtjes

4. Zindelijkheidsboekjes en spelletjes

Zindelijkheid uitleggen aan jonge kinderen is niet altijd eenvoudig. Met boekjes, liedjes of tekenfilms maak je het onderwerp begrijpelijk en leuk. Ze helpen je kind om te begrijpen wat zindelijk worden is, en geven herkenning en vertrouwen. Sommige boekjes werken met een sticker- of beloningskaart die je samen invult.

Waarom handig:

  • Maakt zindelijkheid bespreekbaar en leuk
  • Stimuleert herkenning en motivatie
  • Positieve associatie met het potje of toilet

 5. Makkelijk zittende kleding

Klinkt simpel, maar goede kleding maakt écht verschil. Kies voor broekjes met elastiek, geen knopen of ritsen. Vermijd rompers die je open moet knopen of body’s die lastig uitgaan. Ook kleding met laag kruis of moeilijk te openen drukkers kan zindelijkheid frustreren.

Waarom handig:

  • Je kind kan sneller zelf naar het toilet
  • Minder “te laat”-momenten
  • Bevordert zelfstandigheid en zelfvertrouwen

 6. Hygiënehulpmiddelen

Ongelukjes horen erbij. Zorg dat je altijd een setje schoon ondergoed en kleding, vochtige doekjes, een waszakje en eventueel een luchtverfrisser bij de hand hebt vooral bij uitjes. Voor thuis kunnen kleine prullenbakjes of geurblokjes helpen bij het fris houden van de wc-omgeving.

Methodes die kunnen helpen:

De routine-methode (met vaste momenten naar het potje)

Deze methode draait om structuur en herhaling. Je kind went eraan dat er vaste momenten zijn om naar het potje of toilet te gaan.

Stap 1 – Introductie

  • Zet het potje in de badkamer of woonkamer en laat je kind eraan wennen.
  • Leg kort uit waar het voor is en laat eventueel een knuffel “voordoen”.

Stap 2 – Vaste momenten instellen

Zet je kind om de 30–60 minuten op het potje, ook als er (nog) geen duidelijke signalen zijn.

  • Extra momenten: na het eten, voor het slapen, en direct na het wakker worden.

Stap 3 – Belonen en positief stimuleren

  • Geef complimenten of een kleine beloning (stickers, applaus) bij succes.
  • Ongelukjes? Geen probleem, reageer rustig en neutraal.

Stap 4 – Herhaling en opbouwen

  • Bouw langzaam de tijd tussen de potmomenten op (van 30 naar 60 minuten, dan 90).
  • Zodra je kind vaker droog blijft, kun je de vaste momenten afbouwen en meer vertrouwen op signalen.

Voordeel: Geeft veel houvast en structuur.
Nadeel: Kan in het begin tijdrovend zijn.

De cold-turkey methode (zonder luier overdag)

Deze methode draait om ervaren en leren door doen. Je kind voelt direct wat er gebeurt zonder luier en leert zo sneller verbanden.

Stap 1 – Voorbereiden

  • Kies een paar rustige dagen (bijv. weekend of vakantie).
  • Zorg voor meerdere setjes extra kleding, onderbroeken en schoonmaakdoekjes.

Stap 2 – Starten zonder luier

  • Laat je kind overdag helemaal zonder luier lopen, alleen met trainingsbroekjes of ondergoed.
  • Vertel dat plasjes en poep nu in het potje horen.

Stap 3 – Goed observeren

  • Let op signalen: wiebelen, stil worden, handjes aan de broek.
  • Leid je kind snel naar het potje zodra je iets ziet.

Stap 4 – Consequent oefenen

  • Bij een ongelukje: samen schoonmaken, uitleg geven, en opnieuw proberen.
  • Bij succes: direct complimenteren of een sticker geven.

Stap 5 – Volhouden

  • Meestal zie je binnen enkele dagen tot weken vooruitgang.
  • Bouw later de nachten af door te starten met een waterdichte mat en zonder luier slapen.

Voordeel: Sneller resultaat, kinderen voelen direct verschil.
Nadeel: Meer ongelukjes en was in het begin.

De geleidelijke methode (langzaam afbouwen van luiers)

Bij deze aanpak bouw je de luiergewoonte stap voor stap af.

  • Begin met momenten zonder luier (bijv. een uurtje thuis).
  • Daarna breid je dit langzaam uit naar langere periodes of alleen tijdens bepaalde activiteiten (bijv. buitenspelen of voor het slapen).
  • Je kind ervaart geleidelijk hoe het is om zonder luier te zijn, met minder druk en stress.

Voordeel: Rustig tempo, minder ongelukjes.
Nadeel: Kan langer duren voordat je kind helemaal zindelijk is

De baby-zindelijkheidscommunicatie (Elimination Communication, EC)

Dit is een methode die vaak vanaf baby-af aan wordt toegepast.

  • Ouders leren de lichaamssignalen van hun baby herkennen (bijv. onrust voor plassen/poepen).
  • De baby wordt op een potje gehouden zodra die signalen verschijnen.
  • Later kan dit zorgen voor een snellere zindelijkheid.

Voordeel: Minder luiers en sneller bewustzijn.
Nadeel: Vergt veel tijd, aandacht en toewijding van de ouders

Terug naar blog